Johannes van der Meer: “Hier heb ik geen antwoord op. Maar ik kan wel troost bieden.”

Algemeen

AKKRUM - Dominee Johannes van der Meer is een bekende verschijning in Akkrum en omstreken. Een actieve, vriendelijke man met een grote baard en altijd een hoed op.

Sinds twee jaar is de predikant met pensioen. Met emeritaat of ‘uitgediend’ zoals dit officieel heet. “Maar ik heb het nog nooit zo druk gehad als nu.”

Als ik de LinkedIn pagina van dominee Johannes van der Meer (68) doorneem, ben ik onder de indruk van de lange lijst aan werkervaring en opleidingen. Van de kweekschool tot Proponentsexamen aan het Seminarium der Algemene Doopsgezinde Sociëteit te Amsterdam en van studentepredikant in Nijmegen tot stagebegeleider bij de NHL, de Noordelijke Hogeschool Leeuwarden.

Jezelf nuttig maken

“Weet je? Dingen gebeuren gewoon”, legt de ‘uitgediende’ predikant uit. “Als je een aap bent die veel kunstjes kent, moet je er om denken dat je niet teveel kunstjes gaat doen, vertelde mijn leraar van de Kweekschool. Hiermee probeerde hij mij te waarschuwen om niet te veel hooi op mijn vork te nemen. Maar ik kan niet gauw ‘nee’ zeggen. En ik vind het heel belangrijk om mij nuttig te maken.”
Dominee Van der Meer heeft dit thuis met de paplepel ingegoten gekregen. Zijn ouders waren hardwerkende, gewone mensen die vonden dat je niet alleen maar dingen moest zeggen, maar vooral wat moest doen.

Levensvragen

Johannes van der Meer is geboren en getogen in het Friese dorpje Rottevalle. Hij volgt de Rijkskweekschool in Drachten. “Ik wilde het onderwijs in. Ik vind onderwijs belangrijk. Het is inspirerend om leerlingen dingen te leren en hen over zaken na te laten denken. Maar halverwege de Kweekschool kwam ik er al achter dat ik liever predikant wilde worden. Dominee Blanksma, de vrouwelijke predikant van de Doopsgezinde Gemeente Rottevalle, heeft mij toen erg geïnspireerd. Ik vind de verschillende manieren van geloven van mensen buitengewoon interessant. Hoe mensen over het geloof denken of waarom ze bepaalde dingen doen. Bijna niemand wilde predikant worden. Maar dat was wel nodig. Daarom besloot ik dat te gaan doen. Ik had gewoon een heleboel levensvragen. Hoe zit het nou? En met kant en klare antwoorden nam ik vaak geen genoegen,”

Kritisch kijken naar het geloof

Op z’n 21e gaat Johannes op kamers in Amsterdam om te studeren aan de Theologische Faculteit van de Universiteit van Amsterdam. Hij wordt predikant in Edam en Monnickendam en later ook in Nijmegen en Amsterdam. “Zo ben ik toch in het leraarschap blijven steken.”
Jaren later studeert de predikant Midrasj-, Talmoed- en Tekstlezen bij het Nederlands Instituut voor Talmoedica. Dit zijn belangrijke onderdelen binnen het jodendom.
“Wat mij erg aanspreekt in het jodendom is dat het stellen van goede vragen belangrijker is dan de antwoorden. Ik ben mij steeds meer bewust van het besef dat het christendom zijn wortels vindt in het jodendom. Als je het christendom wilt begrijpen, of hierop kritiek wilt uiten, moet je het jodendom begrijpen. Begin bij het begin. Ik ben niet Joods, ik kom uit een Doopsgezind nest. Maar je moet wel kritisch naar het geloof blijven kijken.”

Bijbel is ingewikkeld boek

“Ik vind het belangrijk om genuanceerd over het geloof of bijbelteksten na te denken. Want daar mankeert wel eens wat aan, denk ik. En dat moet je ook durven zeggen. Zo zijn vrijheid, solidariteit, emancipatie of homoseksualiteit door de eeuwen heen door de kerk niet echt gestimuleerd. De Bijbel is een heel ingewikkeld boek, geschreven in een moeilijke taal, over een cultuur die niet de onze is. Wat men dacht in vroeger eeuwen kun je ook niet zomaar meenemen naar de 21e eeuw. Wat toen gold, hoeft nu niet meer te gelden. Ik wil mensen door middel van het geloof laten zien dat het ook anders zou kunnen.”

‘Er zijn’ is belangrijk

In 2004 verruilt predikant Van der Meer Amsterdam voor Akkrum. Vanuit de Doopsgezinde Gemeente Mid-Fryslân bepreekt hij alle kerken in de zeven dorpen. “Uiteindelijk is er helaas nog maar één kerk in Grou van overgebleven, dat is pijnlijk.”

Ik vraag Johannes van der Meer wat het mooiste is aan predikant zijn. “Ik kan herder én leraar zijn. Als leraar kan ik kritisch zijn. Als herder mag ik mensen bijstaan in prettige dagen en in vreselijke dagen. Ik kan hun problemen niet oplossen. Ik kan ze wel helpen om eruit te komen. Bij een geboorte, een huwelijk, ziekte of overlijden geven mensen mij hun vertrouwen. Dat vind ik heel ontroerend. Dit is ook vaak een lastig proces. Als bijvoorbeeld een kind overlijdt, word ook ík diep geraakt. Dan worstel ik zelf óók met woorden of met het waarom. Hier heb ik geen antwoord op. Maar ik kan wel troost bieden. Het ‘er zijn’ is belangrijker.”

Er is altijd iets te doen

Met zijn vrouw en hun twee kinderen woont Johannes van der Meer al jarenlang met veel plezier in Akkrum. Er is altijd iets te doen. Johannes is zelf onder andere actief bij de Doarpskeamer en met Foar Elkoar, een initiatief van vrijwilligers die bewoners in de buurt graag helpen.

In 2018 gaat de predikant met emeritaat. “Ik zag veel andere collega’s na hun pensioen een beetje verdorren en uiteindelijk achter de geraniums belanden. Daar had ik geen zin in. Ik wil graag actief blijven”, zegt hij. Maar in 2019 wordt Johannes  ernstig ziek. Met een longinfectie belandt op de Intensive Care en ligt wekenlang in ziekenhuis Tjongerschans, deels in coma. “Ik wilde zo snel mogelijk uit het ziekenhuis om weer aan de slag te gaan. Na revalidatie in Beetsterzwaag geef ik nu gelukkig weer cursussen in diverse gemeenten, ben ik pake, zet ik leerhuizen op en ben nog steeds een luisterend oor voor mensen die dit nodig hebben.”

“Ga iets op je kop zetten!”

De hoed en de grote baard van dominee Van der Meer intrigeren mij. “Draagt u al lang een baard”, vraag ik hem? “Ja,”, lacht Van der Meer, “ik heb al een baard vanaf mijn 17e. Ik heb een zware baardgroei en dat vond ik lastig, want scheren kost veel tijd. Dus ik liet mijn baard gewoon staan.” “En uw hoed?” “Al vanaf mijn 24e. Ik had vaak een voorhoofdsholteontsteking en toen zei mijn huisarts uiteindelijk: ‘Ga jij eens iets op je kop zetten!’ Ik begon met een pet, maar dat vond ik later geen gezicht meer. Een hoed is chiquer.”

Door Renske Osenga