Brugwachter Hessel Stoker: “Een lach is genoeg vandaag!”

Algemeen

HEERENVEEN - Een vrolijke, rustige, man van 56 lentes jong, die vol humor en verhalen zit. Een man die in de zomermaanden vrijwel dagelijks werkt van 9:00 tot 20:00 uur om alle pleziervaart én iedereen op de wal goed door te laten stromen zodat er weinig irritatie hoeft te ontstaan in Akkrum en Heerenveen.

“Maar soms krijg ik toch een verwensing naar mijn hoofd geslingerd…”, aldus brugwachter Hessel Stoker. Hij geniet het allermeeste van vrolijke mensen die hem naar het beroemde klompje vragen. Zodat hij kan antwoorden: “Een lach is genoeg vandaag!”

“Ik ben brugwachter”, vertelt Hessel vol trots. “Ze noemen ons ook wel Brêgewipper, maar ik noem mijzelf brugwachter.” Dat is Hessel overigens niet altijd geweest. Hij begon zijn carrière als kok, ging in dienst waar hij hofmeester was en kwam bij terugkomst in een gat terecht. Wat ga je nu doen? Via een cursus voor jeugdige werklozen ontdekte Hessel het hoveniersvak. Hij liep stage bij de gemeente Heerenveen en van zijn groep werden er uiteindelijk drie aangenomen in 1986. “Ik ben de enige die er nog steeds is.”

Mankementen

Maar wat doe je dan na al die jaren trouwe dienst, als je lichaam je in de steek laat? ”Ik heb wat mankementen met mijn schouder en slijtage aan mijn knieën.” Het werken in de tuintjes ging echt niet meer, dus ging Hessel op zoek naar een andere baan bij de gemeente. Tijdens het meelopen met de brugwachter ontdekte hij dat dit wel eens dé oplossing kon zijn. Lichamelijk is het werk namelijk niet zwaar. Alhoewel de dagen soms wel erg lang zijn als je constant bezig bent.

“Ja, ik ben het aan de eind van de dag best wel eens zat. Maar dan ga ik lekker naar huis en begin ik de volgende dag gewoon weer met nieuwe energie! Wist je dat wij in het hoogseizoen vaak voor vijfhonderd boten per dag open gaan? Eergisteren had ik er zelfs 555 met op het hoogtepunt honderd boten in één uur tijd.”

Meereizen langs de bruggen

“Ik zit het vaakst op de brug over de Meinesleat in Akkrum”, vertelt Hessel. En één keer per twee weken is hij te vinden op de Weidlânbrêge in Akkrum. Verder werkt hij in Heerenveen, waar je echt met de mensen meereist langs de bruggen. Drie verschillende bruggendiensten die elk om een andere aanpak vragen zodat geen dag hetzelfde is. “Je moet om de stroming in het water én de windrichting denken in deze baan en zorgen dat het voor iedereen een beetje doorrijdt, -loopt, -vaart.”

Hessel Stoker heeft het zorgzame en rustige van zijn moeder en zijn sporadische opvliegendheid van vader meegekregen. “Als iemand door rood vaart, vind ik dat ik daar best wat van mag zeggen. Maar als ik naar iedereen zou roepen die iets fouts doet bij de brug, dan bleef ik aan de gang”. Dus reageert Hessel met name op mensen die de randjes opzoeken en gevaarlijke situaties creëren.

“Waarom doe je dit?!”

Het ergste wat hij mee heeft gemaakt zijn gezinnen die én door rood én onder de dichtgaande brug doorvaren. “Denk dan eens aan de brug bij Maassluis die in mei in het nieuws was. Bij het sluiten viel het brugdek met een klap naar beneden. Je moet er niet aan denken dat er dan iemand onder door vaart. Dat zijn gevaarlijke stunts terwijl er kleine kinderen aan boord zijn… Het is wél een risico wat je neemt, om door te varen. Dan denk ik wel eens, gebruik je verstand, waarom doe je dit?!”

Als er iets is dat Hessel dan ook mee wil geven aan de lezers van dit blad, is het wel dat je goed moet nadenken, zodat het voor iedereen veilig is op het water én op de weg. “Gewoon een beetje wat van elkaar kunnen hebben”.

Notabene, “Als je in het verkeer voor een rood stoplicht stopt, dan vraag je toch ook niet of het nog even open blijft of rijd je toch ook niet door? Maar op het water gebeurt dit gek genoeg wel.” Hessel wil gewoon geen ongelukken. Hij moet er niet aan denken dat er iets gebeurt bij zijn brug. Gelukkig zijn er ook veel leuke momenten. Buurtbewoners die een praatje komen maken; korte ontmoetingen met passanten; vragen om het bekende klompje…

Of als Hessel kan fantaseren over de betekenis van de naam van een boot. Vooral dat laatste levert veel lol bij hem op. “Als er een boot bij de brug komt en er staat ‘twadde’ op dan zeg ik: ‘De eerste is al geweest!’”

Niet iedereen kan varen

De afgelopen maanden was het erg druk op het water met vooral sloepjes. Er waren ook extra veel huurboten vol mensen die nog niet allemaal even goed kunnen varen, noch een vaarbewijs hebben, volgens Hessel. “Tsja, niet iedereen kan varen”, constateert hij. Zelf heeft Hessel overigens geen boot, dat ziet hij niet zo zitten. Liever rijdt hij motor, alhoewel die de laatste maanden wel erg vaak stil staat door de vele brugdiensten. 

In de zomermaanden leven Hessel en zijn vrouw een beetje langs elkaar. Doordat zijn vrouw een eigen bedrijfje heeft en overdag aan het werk is, zien ze elkaar soms pas om negen uur ’s avonds. En heel praktisch heeft dat ook invloed op klussen, zoals het huis dat geschilderd moet worden. “Nu is het te heet, de volgende vrije dag is de verwachting dat het regent en als ik ’s winters vrij ben (het bruggenseizoen is van 1 april tot 1 november, red.) is het ook geen goed moment. Dus dan maar tussendoor en stukje voor stukje, onafhankelijk van elkaar, schilderen. Het laten doen kost ook handen vol geld. Dan maar zo.”

En verder?

“Alles zal wel zijn beloop hebben. Er zijn collega’s die konden op mijn huidige leeftijd al bijna met de VUT. Ik moet nog tot mijn 68ste zoals het nu lijkt. En mijn vrouw is ook nog eens acht jaar jonger, dus daar zit wel een gat. Het blijft wél allemaal oneerlijk verdeeld qua pensioenen en hoe sommigen moeten beknibbelen. Het allermooiste zou zijn als iedereen hetzelfde loon krijgt.” En, daar is de zin weer: “Dat we gewoon wat van elkaar kunnen hebben in het leven, in deze wereld. Ik vind dat alle levens er toe doen. Iederéén telt mee. En zo zouden we moeten leven. Je kunt wel een plaatje op iemand plakken, maar dat gaat vaak ten koste van de goeden. Leven en laten leven dus!”

Het was noodgedwongen, maar tóch een goede keuze, om brugwachter te worden, besluit Hessel zijn verhaal. “Als mijn gezondheid het toe laat ga ik door tot mijn pensioen!”

Door: Janita Baron