Frans Theo Buwalda, vrije vogel in het paradijs

Algemeen
Frans Theo Buwalda
Frans Theo Buwalda Foto: Mustafa Gumussu

HEERENVEEN - Praten met Frans Theo Buwalda (69) is je koppie er bij houden. Het voelt alsof deze man in zijn leven alles heeft gezien, gedaan en heeft meegemaakt.

In sneltreinvaart komen de verhalen voorbij. Over zijn beste vriend c.q. vader, een ex-KNIL soldaat; over de tijd in Canada; de borstkanker van zijn vrouw Marianna; over het knutselen, schilderen en reizen; het binnenhalen van Sinterklaas. We kunnen lang niet al zijn verhalen kwijt in één artikel. Zo heeft hij een hersenvliesontsteking gehad, waardoor een droombaan op Nova Scotia niet doorging; we stippen het aan; kunnen uren naar hem luisteren. Vaak schiet zijn echtgenote in de lach tijdens ons interview. 

Het is al snel duidelijk dat we hier te maken hebben met een gelukkig setje. Marianna benadrukt dat nog maar eens even. “Frans is altijd vrolijk en gezellig en door zijn positieve instelling heeft hij mijn leven gered”, zegt ze. “Toen ik twintig jaar geleden borstkanker kreeg wilde ik geen borstsparende operatie, maar nam ik een rigoureuze beslissing, op aanraden van Frans. Hij zei: ‘We hebben al verkering en ik ga niet bij je weg’. Vind maar eens zo’n man. Het is een lieverd. Nooit was er een dag hetzelfde. En nog.”

Ogen tekort

Een paradijs is het, daar aan de Polderdijk in Heerenveen waar ze wonen. Alleen al in de woonark kijk je je ogen uit. Een klassieke inrichting met natuurlijk een Chesterfield bank, opvallende maritieme schilderijen aan de muur, en aan de muur ook een tiental klokken, van Friese staart met Amsterdamse kap tot koekoeksklok. “Ik mag graag weten hoe laat het is”, zegt Frans. In de fraaie keuken een je tegemoet glimmend Canadees fornuis, een hufter van een ding. Buiten onder een overkapping een klassieke Land Rover. Ernaast een door Frans zelfgebouwde hooikap. Een uit de kluiten gewassen hooikap mogen we wel zeggen, helemaal af te sluiten, compleet met houtkachel; samen met ander comfort de basis voor vele gezellige ontmoetingen. Verder een royale (knutsel)schuur vol met gereedschap en onder een hoes een Harley Davidson, een klassieker met EVO-blok, dit voor de kenners. Top of the bill en niet verwacht is het hierachter gelegen grasveld dat niet zou misstaan als trapveld van een voetbalclub. 

En dan zijn we er nog niet want vóór de ark ligt ook nog een sleepboot uit 1910 waar het echtpaar zomerdag veel mee weg is en waarmee Sinterklaas jaarlijks wordt binnengehaald, en er ligt ook een opduwer. Dit is de wereld van Frans Theo Buwalda, roepnaam Frans. “Maar ze noemen me ook wel Theo, zo heet mijn opduwer ook”, vliegt de eerste luchtigheid over tafel. Er zouden er die middag nog vele volgen. 

Niet naar de snuit praten

Ze woonden in het centrum van Heerenveen toen Marianna eens liet vallen dat een ark haar ook wel leuk leek. Die werd al snel na deze opmerking aangeschaft want Frans is niet zo moeilijk. “Je moet altijd zorgen dat moeders gelukkig is”, steekt hij van wal. “Maar je hoeft ze niet naar de snuit te praten”, krijgt hij Marianne aan het lachen. “We zijn volgend jaar vijftig jaar getrouwd, dus het kan wat lijden.” Hij vertelt dat ze twee dochters hebben, vier kleinkinderen en dat ze gelukkig allemaal bij elkaar in de buurt wonen. 

Saladefabriek in Canada

“We hebben ook in Canada gewoond, trouwens. Dertig jaar geleden. Marianna had ernstige astma en de dokter had gezegd dat het goed zou zijn als we naar een land met een ander klimaat zouden verhuizen. Ik heb een technische opleiding gehad en ik heb onder andere levensmiddelentechnologie en microtechnologie gedaan. Ik werkte indertijd voor Smilde, de directie kreeg lucht van de toestand van Marianne en zo kwamen we in Canada terecht. De Canadese overheid wilde meer industrie in het noorden en ik heb in de provincie Saskatchewan een saladefabriek opgebouwd en productontwikkeling gedaan. Een geweldig land. Veel vrijheid.” Het woord ‘vrijheid’ is een belangrijk woord in het leven van Frans Buwalda. 

Zak geld mee

Met de gezondheid van Marianne ging het in Canada vanaf het begin meteen stukken beter. Frans: “Na drie en een half jaar zei ze: ‘ik wil weer terug’. Moeders moet je gelukkig houden, en dus zijn we weer naar Nederland gegaan. De laatste twintig jaar heb ik in de voedingsmiddelensector gewerkt. Mijn laatste baas kwam op een gegeven moment naar me toe en zei: ‘Frans jongen, ik kan het bedrijf verkopen, maar dan heb jij geen werk meer’. Ik heb gezegd dat ie dat meteen moest doen. ‘Ik heb twintig jaar voor jou gewerkt, geef mij maar een zak geld mee, dan vind ik het prima, zei ik. En zo is het gebeurd, ik was toen 59.”

Geen tupperware boot

Het brengt ons op de sleepboot. Met zijn lengte van zestien meter een baas van een schip. Frans: “Ik heb altijd gezegd: ‘Als ik een boot wil, dan wil ik ook een boot, en niet zo’n tupperware dingetje’. We gaan er overal mee naartoe, Maastricht, Rotterdam, Duitsland zijn we ook wel geweest, SAIL in Amsterdam een paar keer. We zijn lid van zo’n club en bezoeken ook sleepbootdagen en zo.” Anders dan bij de meeste sleepboten waar de accommodatie ondergeschikt is, heeft die van Frans en Marianna een grote opbouw en kun je gewoon naar buiten kijken. Aardig te noemen is de naam van de sleepboot: ‘Marianna’. Bij de Buwalda’s is het allemaal niet zo lastig. 

Zendeling

Het is bij Frans wat moeilijk te peilen waar zijn roots liggen, want hij gooit er af en toe wat Stadsfries doorheen maar we bespeuren ook een zachte ‘g’. Dat eerste is omdat hij al vanaf zijn tiende in Heerenveen woont en dat laatste is omdat hij in Maastricht is geboren. Nou ja, eigenlijk in Amby, onder de rook van. “Ik ben als zendeling naar het noorden gekomen”, lacht hij. “Mijn vader was een KNIL-militair. Vanuit Indonesië gingen ze naar Maastricht. Mijn vader was ook mijn grootste vriend. Ik was voor zaken in Canada toen hij overleed. Dat spijt me nog steeds. Terug in Nederland heb ik meteen deze tatoeage laten zetten”, wijst hij op zijn rechterschouder. “Zo is hij nog altijd bij me.” 

‘Te gek voor een arbeider’

Van Canada, boten en zijn vader gaat het naar auto’s en motoren. Net zo makkelijk. “Ik heb altijd iets met klassieke auto’s gehad. In Canada had ik een Ford Mercure uit 1962. Die had van die vleugels, weet je wel. En een Dodge Supercab, ook een oude. Dat was net een tank.” Van deze ‘tank’ switchen we naar de eerder genoemde Land Rover serie 1 in legeruitvoering. Een zogenaamde Minerva, in België in licentie gebouwd. Van ijzer waar de Engelse uitvoeringen in aluminium zijn uitgevoerd. “Ik heb ook een Land Rover 109 gehad. Daar konden negen mensen in. Die nam 1:4, dat is te gek voor een arbeider”, lacht Frans. 

Sleep- en duwwerk

Opduwer ‘Theo’ wordt gebruikt voor klusjes zoals sleepwerk voor de gemeente; voor het verslepen van het terras op het water van Bar Oase in het centrum van Heerenveen, in het voor- en najaar. En voor het duwen van de Pakjesboot van Sinterklaas naar datzelfde centrum. Dit en eropuit met zijn Land Rover, het rijden met de Harley Davidson en dan ook nog varen met de sleepboot; hoeveel dagen in de week heeft hij wel niet? 

“Ik heb ook geen tijd voor álles. Ik heb tegen Marianna gezegd: ‘We moeten wat afstoten, want we worden ouder’, maar ik koop er alleen maar bij”, grapt hij. “Het is een heel druk kereltje, hij vliegt van hot naar her,” neemt Marianna het woord, “maar hij kan uren op zijn stoel zitten als hij schildert.” Marianne wijst naar een van de schilderijen. “Dit is zijn eerste schilderij.” “Deze hangt ook in het Scheepvaartmuseum in Amsterdam. Dít is een vervalsing”, buldert Frans en weer moet Marianne lachen. “Schilderen is echt mijn passie. Maar dat doe ik eigenlijk alleen als ik vrije tijd heb”, knipoogt Frans. 

Sinterklaas, we noemden hem al even. Frans heeft een belangrijke taak als de goedheiligman Heerenveen aandoet. Frans verzorgt het vervoer over het water, met hulp van twee opduwers en de grote sleepboot. “Dat doe ik al zo’n jaar of twaalf. Met de muziek, de zwarte pieten en zo, heb ik vijftig mensen aan boord. Eén groot feest. Saai is het beslist niet. Als er groene rook uit de schoorsteen moet komen, trek ik de pijp van de centrale verwarming los en gooi ik er wat rookbommen in.” Marianna: “Vorig jaar lagen we een tijd in de kom van Heerenveen. Allemaal kinderen die kwamen kijken waar Sinterklaas sliep. Hoeveel ik niet aan boord heb gehad, geweldig.” 

Dragqueens aan boord

Met hetzelfde gemak laten de twee zich voor het karretje spannen en hebben ze allemaal dragqueens aan boord, en is alles roze, inclusief Frans zelf. “We waren met de sleper op weg naar Groningen. Werden we vanuit een auto aangeroepen of we ook zin hadden om naar Meppel te komen voor een evenement. Dat hebben we gedaan. Al die verklede mensen. De boot trilde helemaal.” Lachend: “Hij is uit 1910, hè; dat had ie nog nooit meegemaakt. Foto’s in de krant. Ze dachten dat ik er ook bij hoorde met mijn snor en kale kop.”

Vrije vogel

Gevraagd naar zijn wensen, naar wat hij nog zou willen doen antwoordt hij: “Helemaal niets. Ik heb altijd gezegd dat ik alles wil meemaken. Dat heb ik volgens mij wel gedaan. Ik heb anderhalve kilometer onder de grond gezeten in een mijn, maar heb ook gevlogen, zélf ook wel.” Frans Buwalda heeft gevlogen als een vogel. En is nog steeds een vogel, een vrije vogel in zijn eigen paradijs. 

Expositie in bibliotheek Heerenveen

Momenteel (tot en met 29 november) exposeert Frans Theo Buwalda zijn schilderijen in de bibliotheek aan het Kuperusplein 48 in Heerenveen. De tentoonstelling is gratis toegankelijk tijdens openingsuren. Iedereen is van harte uitgenodigd een kijkje te nemen. 

Frans Buwalda schildert al meer dan vijftig jaar en doet dat voornamelijk omdat hij dat leuk vindt. Momenteel gebruikt hij vooral aquarelverf vanwege de mooiere kleuren die dat geeft. Voorbeelden hiervan zijn schilderijen van schoenmakerij Johannes Feenstra en café ‘t Houtsje in Heerenveen. Lessen heeft de kunstschilder niet gehad, hij is volledig autodidact. 

Door: Richard de Jonge

Frans Theo met zijn vrouw Marianna
Frans Theo exposeert in de bibliotheek.