Topsportgezin Vogel’Zolang ze er plezier in hebben, stimuleren we ze’

grootheerenveen
Afbeelding

De sportieve familie Vogel heeft vier kinderen, die allemaal op hoog niveau aan sport doen. Zij zijn in 2018 vanuit Roden verhuisd naar Tjalleberd om dichtbij Sportstad te kunnen wonen. Oudste dochter Demi (18) deed lang op hoog niveau aan acrobatiek, Fabiënne (16) stond op het WK trampolinespringen, zoon Camiel (14) springt ook en jongste dochter Robbin (10) maakt deel uit van een acrobatiekteam. Moeder Emma (45) traint het acroteam en vader Mathijs (47) is fanatiek hardloper en doet aan survival. Ik ontmoet de familie in het Sportstad Café. Hier in Sportstad Heerenveen brengen zij een groot deel van hun tijd door.

Hoe komt het dat zij allemaal zo sportief zijn? Is dit iets genetisch? Waar komt deze drive vandaan? En hoe combineer je deze intensieve vorm van topsport met school en andere dingen? Stimuleren ze elkaar onderling, is er competitie? Ik zit vol vragen. Emma, Fabiënne en Camiel geven de antwoorden. 

Fysiotherapie na blessure

De familie Vogel is blij dat er na de coronastop weer wat wedstrijden op de planning staan. Vandaag heeft Camiel (14) een try-outwedstrijd turnen. Fabiënne (16) heeft het jeugd-WK in november nog vers in haar geheugen zitten. “Dat was heel tof, een ervaring om nooit te vergeten. We hebben daar de beste trampolinespringers van de wereld gezien. Helaas heb ik nu een blessure in mijn rug, omdat ik voor het WK iets te veel heb gedaan. Daarom moet ik het nu wat rustiger aan doen. Ik krijg veel fysiotherapie om mijn houding te verbeteren.’

Moeder Emma legt uit: “Bij trampospringen is het ingewikkeld: je moet steeds meer trainen omdat je groeit, maar je wilt je lichaam ook niet overbelasten. Veel kinderen haken daarom af als ze in de pubertijd komen.” Voor Fabiënne en Camiel geldt dat niet, integendeel zelfs. Fabiënne bereidt zich alweer voor op het volgende jeugd-WK, in 2023. En Camiel heeft ook ambities: “Het jeugd-WK halen, en uiteindelijk de Olympische Spelen.”

Hoe ziet jullie dag eruit?

Camiel: “Eerst trainen, dan naar school, dan weer trainen, dan in de avond nog even een uurtje chillen en dan naar bed. En dan de volgende dag weer opnieuw. Ik ga soms om half acht weg en ben dan om zeven uur weer thuis. Soms heb ik geen zin om uit bed te gaan, maar dan zie ik mijn vrienden weer en dan is het weer goed. En ik weet waar ik het voor doe. Ik vind het leuk om nieuwe dingen te doen en om beter te worden. En uiteindelijk wil ik de top bereiken.’

Emma: “Het sporten is goed met school te combineren. Camiel zit in de Sportlifestyle-klas. Hij krijgt ’s ochtends tijd om te trainen, en krijgt ook vrij voor wedstrijden. Zijn huiswerk kan hij vaak op school maken. Maar hij traint liever dan dat hij leert.”

Camiel: “Ik sta gemiddeld een zeseneenhalf, dus het gaat prima.”

Emma: “Ons leven staat in het teken van de trainingen. ’s Ochtends gaan ze op tijd weg om voor schooltijd nog te trainen. Demi traint zelf niet meer, maar geeft wel training aan het acroteam van Robbin. Meestal eten we niet tegelijk: de kinderen eten voor of na hun training. ’s Avonds halen we ze dan weer op. Als we dan wel samen eten, drie keer in de week, is het extra leuk. Dan maken we het gezellig. En op zondag zijn we allemaal vrij.’

Hebben jullie nog wel tijd voor sociale contacten?

Camiel: “Ja, ik heb nog steeds best veel tijd. Ik spreek meestal in het weekend af met vrienden. En mijn beste vriend zit ook op trampolinespringen, dus die zie ik heel vaak.

Emma: “Door al het sporten heeft hij nauwelijks tijd om te gamen. Dat is het grote voordeel van sporten: ze zitten veel minder op een scherm dan hun leeftijdsgenoten’.

Fabiënne: “Ik kan niet altijd afspreken met vrienden. Een feestje doordeweeks lukt ook niet, dat kan alleen op zaterdagavond. Maar na de training gaan we soms met de hele club ontbijten bij de Hema. Ik zie ze elke dag, dus we zijn heel hecht met z’n allen.”

Hoe komt het dat jullie allemaal op hoog niveau sporten?

Emma: “Matthijs en ik hebben vroeger allebei veel geturnd. Dus wij gaven de kinderen van jongaf aan mee: eerst zwemmen, en dan op gymnastiek. Al snel bleek dat ze talent hadden. En als je iets goed kunt, vind je het ook leuk. Toen Camiel zes jaar was, werd hij al gevraagd voor topsport.’

Camiel: “Jij vroeg aan mij: ‘Wil je bij Epke trainen?’”

Fabiënne: “Ik ben gewoon op een sport gezet, en toen vond ik het leuk.”

Emma: “Van tevoren plan je niet dat ze zo vaak gaan trainen. Maar iedere keer komt er een stapje bij. Je verlegt steeds je grenzen. Demi begon met drie keer trainen in de week, dat liep uit de hand. En toen de volgende kinderen dat ook wilden, konden we natuurlijk geen nee zeggen. Zolang ze er plezier in hebben, stimuleer ik ze. Ze moeten het vooral naar hun zin hebben. Toen we nog in Roden woonden, moest ik iedere dag naar Heerenveen heen en weer rijden. Dat was behoorlijk pittig. Uiteindelijk zijn we naar Tjalleberd verhuisd, omdat Fabiënne ‘s ochtends ging trainen. Nu kunnen ze overdag gewoon op de fiets naar Sportstad.”

Hebben ze dat talent van hun ouders?

Emma: “Het talent heb je van jezelf. Zij moeten het ontwikkelen, zij moeten er hard voor werken. Ze moeten het allemaal zelf doen. Wij kunnen alleen de voorwaarden scheppen.”

Moeten jullie dingen opgeven voor het sporten?

Emma: “We kunnen eigenlijk alleen in de zomer op vakantie. Daarom hebben we ook heel lang niet kunnen skiën. Dit jaar kon dat voor het eerst weer, het mocht van de trampolinetrainster.’

Fabiënne: “Een beetje ontspanning is wel goed, zei ze.”

Emma: “In de zomervakantie hebben ze drie weken geen trainingen. Daarna moeten ze het echt weer opbouwen. Trampolinespringen is heel zwaar voor je rug, dus als je dan een week niets doet, heeft dat veel effect. Na de zomervakantie heeft bijna iedereen blessures.”

Is er competitie onderling?

Fabiënne: “Nee, eigenlijk niet, we doen allemaal iets anders.’

Emma: “Fabiënne en Demi hebben een tijdje samen geacroot. Toen was Fabiënne af en toe wel jaloers, omdat Demi een hoger niveau deed.”

Wat brengt het sporten jullie?

Fabiënne: “Het is een hele leuke tijdsbesteding. In de lockdown kon ik niet sporten en toen

viel ik echt in een gat.’

Emma: “Ik zie er alleen maar voordelen van. Ik vind dat ze heel gedisciplineerd en gemotiveerd zijn. Demi heeft altijd zes keer getraind en daarnaast haar vwo-diploma gehaald. Zij zegt altijd dat het sporten haar juist hielp om haar schoolwerk te doen. Ze had vaste momenten om te leren, en daarbinnen moest het gebeuren. Voor Fabiënne werkt het net zo; zij doet het ook heel goed op school. Voor corona deden ze ook veel shows en demonstraties. In Sportstad was er regelmatig een gymgala of kerstshow, ontzettend leuk. En de wedstrijden natuurlijk: voor het WK gingen Demi en ik naar China; we gaan ook regelmatig naar Engeland of Duitsland. We zien wel wat van de wereld.”

Fabiënne en Camiel Vogel, en ook en ook Demi en Robbin, doen op een hoog niveau aan sport: trampolinespringen, acrogym en turnen. Hun dagen staan in het teken van trainen. “Het is een heel bedrijf bij ons”, besluit Emma.

Demi (18)

Deed vanaf haar zevende aan acrogym. Bij deze sport wordt er in combinaties geturnd. Demi werd Nederlands kampioen acrogym, pakte goud in Portugal en deed mee aan verschillende EK’s en WK’s. Ze stopte op haar achttiende, is nu trainster van een acroteam en start binnenkort met haar studie geneeskunde.

Fabiënne (16)

Begon op haar zesde met turnen, deed aan acrogym en is nu topsport trampolinespringster op niveau eredivisie bij TSH Heerenveen. Ze traint ongeveer vijftien uur per week. Dit combineert ze met haar studie verpleegkunde aan het Friesland College. Fabiënne deed in november mee aan het jeugd-WK in Azerbeidzjan. Haar volgende doel is het WK in 2023.

Camiel (14)

Zit in de topsportgroep trampolinespringen, samen met zijn zus Fabiënne en komt uit in de tweede divisie. Daarnaast turnt hij. Hij traint ongeveer zeventien uur in de week en doet mee aan landelijke wedstrijden. Camiel volgt de havo op OSG Sevenwolden, waar hij een topsportklas zit.

Robbin (10)

Doet aan acrogym op landelijk niveau en turnt ook. Ze is geplaatst voor het NK in Ahoy. Tijdens de laatste wedstrijd werd ze Nederlands kampioen. Zij traint zes keer per week.

Emma (45)

Is specialistisch verpleegkundige, traint in de sportschool en wandelt met de hond.

Matthijs (43)

Is projectleider bodemonderzoek, is fanatiek hardloper en doet aan survival.

Tekst en foto’s: Hannah Zandbergen

Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding