Springruiter Jorrit Alta - “Je moet ervoor zorgen dat het paard er óók plezier aan beleeft’

grootheerenveen
Afbeelding

De Heerenveense springruiter Jorrit Alta (26) heeft zijn opleiding onderwijsassistent afgemaakt, maar toch doet hij al sinds zijn tweede levensjaar niets liever dan werken met paarden. Hij is verantwoordelijk voor het opleiden en berijden van alle springpaarden van stal Luimstra in Surhuizum. Nu mag hij met twee paarden rijden in de Nederlandse kampioenschappen.

 

“Ik hou niet zo van een negen tot vijf kantoorbaan. Anderhalf jaar heb ik wat anders gedaan, maar ik miste het springen gewoon. Toen de vacature van stal Luimstra verscheen heb ik gelijk de telefoon gepakt. Ik heb hier dertien paarden onder het zadel, daarnaast staan hier nog veel jonge paarden. Eigenaar Joop (Luimstra – red.) geeft mij de ruimte om te leren en te groeien. Ook laat hij mij vrij om mijn eigen keuzes te maken.

Ik kan lekker mijn ding doen en elke dag buiten zijn. Tijdens de wedstrijden ontmoet ik weer nieuwe mensen. De adrenaline van het springen en het gevoel dat het goed moet gaan. Ik zie mezelf niet zo gauw geen plezier meer hebben. Doordat ik eruit ben geweest weet ik nog beter dat dit is wat ik wil doen. Ik zag het ook niet zitten om het nog langer uit te stellen. Ik ben nu 26 jaar en ik moet vol aan de bak.”

Nederlandse kampioenschappen

 

“Ik mag nu met twee ‘Luimstra’ paarden op 26 maart naar de Nederlandse kampioenschappen in Ermelo. Alle paarden deden het erg goed. Het paard met het hoogste niveau maakte één foutje tijdens het concours, maar dat was echt mijn eigen schuld. Daar kon zij helemaal niks aan doen. Met haar ben ik nu als ruiter ook een klasse hoger gekomen. Daar was ik erg blij mee, want ik heb zelf ook nog niet eerder in die klasse gereden. Het is de hoogste klasse voor nationale wedstrijden. Het doel is natuurlijk om te winnen. De paarden en ik gaan hier nog ontzettend hard voor oefenen en trainen.

Je kan het echt vergelijken met topsport. Omdat ik het zo vaak doe is mijn lichaam er inmiddels wel aan gewend. Hoe beter je uithoudingsvermogen is, hoe makkelijker het gaat natuurlijk. Naast fysieke inspanning is het ook een mentale uitdaging omdat het rijden ook

een goede hand- en voetcoördinatie vereist. Veel mensen vinden dit een zittend beroep, maar dat is echt niet zo. Als je het zo gaat bekijken zit een wielrenner toch ook de hele dag?!”

Géén favoriet

 

“Ik heb géén favoriet,” lacht Jorrit. “Iedereen vraagt me dat, maar ik vind ze echt allemáál heel leuk. Er staat hier geen paard waar ik geen vrienden mee ben. Ze hebben ieder hun eigen karakter en ik ken ze allemaal.”

Jorrit vindt het belangrijk dat de paarden ook blij in hun box staan. “Daar zie ik vaak al aan hoe ze zich voelen. Ik zie het liefste dat ze lekker de hele dag met hun hoofd uit de box hangen. Als ze dat niet doen, dan kan er iets mis zijn en het is van belang om ze goed in de gaten te houden. En tijdens het rijden moet je ervoor zorgen dat het paard er óók plezier aan beleeft.

Als ik er niet uit kom met een paard, dan doet dat wel wat met me. En als het dan juist heel goed gaat, dan kan ik supergelukkig worden. Ik ben dan zo blij dat het allemaal lukt en dat het paard goed zijn best doet. En als we dan ook nog een klasse hoger komen, dan denk ik: Ja hier doen we het voor!”

Hoe leidt je een paard op?

 

“Het proces van een paard opleiden naar een hoger niveau en ze goed afleveren aan hun nieuwe eigenaar vind ik het mooiste aan deze baan. Ik word heel blij als anderen zeggen: ‘Wat rijdt het lekker op jouw paard!’ Dat is altijd mijn hoofddoel geweest. En nu wil ik graag kijken of ik zelf ook hoger in de sport kan komen.”

Jorrit legt uit hoe de opleiding in zijn werk gaat. “Een paard opleiden is een heel geleidelijk proces. Het is belangrijk om geen klasjes over te slaan. Het begint simpel met het oefenen van stap, draf en galop. Als ze dat een beetje kunnen ga ik weer verder. Een springpaard wordt gefokt om te springen, dus ze moeten wel het ‘verstand’ hebben om over een hindernis te gaan. Sommigen willen dat echt niet de eerste keer en dan wordt het lastiger. Ik begin in zo’n geval eerst met een balletje op de grond en werk langzaam naar de hindernis toe. Zo krijgt het paard de kans om sterker te worden.

Je hebt vaak bij elk paard een andere aanpak nodig. Met het paard waar ik het hoogste niveau mee rijd, heb ik best wel een strijd gehad. Ze schrok in het begin veel en was bang. Het kost veel tijd en je moet veel geduld hebben.”

I love my Luimstra horses!

 

“De meeste paarden gaan naar Amerika, als ze in Nederland blijven is er iets niet goed”, stelt Jorrit. Hij vindt het belangrijk dat de paarden een goed plekje krijgen en dat er goed op ze wordt gepast. “Mensen in Amerika hebben vaak meer te besteden en hebben veel geld over voor een goed paard. Onlangs kreeg ik nog een berichtje van een mevrouw: ‘I love my Luimstra horses!’ Het gaat altijd heel goed met de verkochte paarden en dan heb ik er geen moeite mee. Natuurlijk vind ik het soms jammer als we één van de betere paarden hebben verkocht, maar ik weet dat er ook nog heel veel moois aan zit te komen. Zolang er nieuwe paarden bijkomen, vergeet je de rest wel weer.”

Pony Yvonne

 

Jorrit wordt enthousiast als hij het over zijn eerste ervaringen heeft. “Mijn allereerste pony Yvonne zal ik nooit vergeten!”, roept hij uit. “Met haar is het eigenlijk begonnen en samen hebben we destijds meegedaan aan de Nederlandse kampioenschappen. Ik weet nog wel dat iemand haar van mij wilde kopen, ik zei: ‘Je krijgt haar niet, voor geen miljoen!’  Ze is bij me gebleven tot ze twee jaar geleden is overleden.

“Voor mij gaat het om de connectie die je met elkaar hebt. Soms loopt een paard gewoon achter mij aan in de bak, helemaal naar de box, zonder dat ik hem vast heb. Het is een spelletje van het paard kunnen lezen, aanvoelen en rijden. Daar komt het mee samen. En het paard kan jou ook lezen, dus je moet de balans met elkaar houden. Als je samen tijd doorbrengt, dan weet je wat je aan elkaar hebt. Eigenlijk moet je gewoon vrienden worden”

Rust overbrengen

“Hoe je zelf opstapt maakt ook heel veel uit. Als ik bijvoorbeeld zelf chagrijnig ben, dan kan ik net zo goed ophouden de rest van de dag, want paarden merken dat meteen. Dan is er een bepaalde spanning tussen mij en het paard. Maar als je rust overbrengt, dan wordt het paard ook rustiger. Dat vind ik belangrijk en daar wil ik nog veel meer in groeien. Je leert het door te doen, gevoel en talent te hebben. Dit kan je niet in boeken leren.

Mijn droom is om een eigen stal te beginnen, met iets minder paarden dan hier. En ook wil ik graag voor langere tijd in Amerika rijden en meedoen aan de Sunshine tour in Spanje. Dat is nu nog niet haalbaar, maar dat zijn wel mijn dromen. Maar bij stal Luimstra heb ik een prachtig plekje en dat kan ik niet zomaar achterlaten!”

Tekst en foto’s: Fimke Groenewoud