Het vrouwenwedstrijdteam van sloeproeivereniging Tréwes

grootheerenveen
Afbeelding

‘Âlde Skarnieren’ staat er op de sloep van Tréwes 3, het vrouwenwedstrijdteam van sloeproeivereniging Tréwes. “Dat was een grapje van het mannenteam. Laatst tijdens een wedstrijd werd het zelfs naar ons geroepen: “Kom op, oude scharnieren!” Maar ja, de gemiddelde leeftijd van ons team ligt boven de veertig, dus het klopt ook wel een beetje.” Hun leeftijd maakt de acht vrouwen van het sloeproeiteam in ieder geval niet minder fanatiek. Wat brengt het roeien hen? Een gesprek over ‘de man met de hamer’, bijna-botsingen en mentale kracht.

Het is een warme zomeravond op Jachthaven Tusken de Marren in Akkrum. Voorafgaand aan een training spreek ik roeisters Annemarie Scholte (50) uit Akkrum en Thea Boersma (52) uit Reard. In het roeiseizoen, van maart tot november, draait hun leven om het roeiteam: twee keer per week trainen en in het weekend regelmatig een wedstrijd. “In het seizoen staat het roeien bij ons voorop”, zegt Thea. “De rest plannen we er eigenlijk omheen. Je bent gewoon heel erg afhankelijk van elkaar. Als er iemand afzegt, heb je een oneven aantal en dat roeit gewoon minder prettig.” 

Fanatiek, met focus

Daarnaast is er een flinke drive aanwezig om goed te presteren in de wedstrijden, meent Thea Boersma. “We zijn wel zo fanatiek dat we het beste resultaat willen halen. We zouden ook een keer in de week kunnen trainen en het rustiger aan kunnen doen. Maar dat willen we niet.” Annemarie Scholte: “Het roeien knelt zo nu en dan wel eens met het werk en andere drukte. We krijgen er niet voor betaald natuurlijk.” 

Thea: “Maar het is wel een groot deel van je leven, wie je bent en waar je je mee bezighoudt. Ik ben er niet voor niets al vanaf het begin bij, zo’n 23 jaar. Wat het dan zo leuk maakt? Ik denk niet dat er veel andere sporten zijn die fysiek en mentaal zoveel van je eisen. Er wordt lichamelijk veel van je gevraagd, niet alleen qua kracht, maar ook qua conditie. Roeien is een teamsport, we motiveren elkaar en zetten met elkaar die prestatie neer. Dat geeft enorm veel voldoening. Roeien lijkt simpel, maar het vraagt enorm veel focus en energie. Het is heel belangrijk om iedere slag goed te maken. Als je je laat afleiden, merk je meteen dat je slagen minder krachtig zijn.”

Man met de hamer

Thea: “Tijdens een wedstrijd komen we regelmatig de man met de hamer tegen. Dan toch doorgaan, vraagt ook dat je mentaal sterk bent.” Annemarie: “Je bent voortdurend bezig om kracht op die riem te zetten en de sloep vooruit te krijgen. Op een gegeven moment raak je gewoon leeg. Alles doet pijn, de energie is op. Soms helpt het om even een gelletje te nemen, of energiedrank. Je kunt niet even stoppen, je moet door, want het team vertrouwt op je. En op een gegeven moment komt die energie dan wel weer terug.”

Grote verhalen met een warme kant

Tijdens het gesprek schuiven ook de andere dames van het team aan. Als ik hen vraag naar hun roeiavonturen, komen de verhalen los. Over de Harlingen-Terschellingrace, een wedstrijd van 35 kilometer over de Waddenzee. Over een training waarin geschuild moest worden tegen de hagel, en een wedstrijd waarbij het sneeuwde. Over een bijna-botsing met een zeilboot tijdens een wedstrijd op het Sneekermeer “’Spierkracht gaat voor zeil’, riepen wij! Ja, als er iets gebeurt, dan kunnen we wel schreeuwen hoor. Dan zit je vol adrenaline en opeens blokkeert iemand je pad.”

Het is wel duidelijk dat deze dames meer zijn dan alleen teamgenoten. “We noemen onszelf de warme kant”, zegt één van hen. “We steunen elkaar in de leuke en minder leuke dingen. Deze bijzondere band is belangrijk. Je weet wat er speelt, je kunt er voor elkaar zijn. Als er iemand jarig is, gaat dat voor andere dingen. Daardoor stap je ook altijd met elkaar in die sloep.” 

Zere billen en tegenslagen

Gevraagd naar de nadelen van het roeien, laten ze onder veel gelach hun witte buiken en bovenbenen zien. “Spierwit, de hele zomer.” Iedere training weer is het een kwestie van afzien en doorzetten. Vooral als de spierpijn en zere billen om de hoek komen kijken. Thea: “Ik zeg altijd tegen mezelf: ‘Niemand heeft tegen jou gezegd dat het gemakkelijk zou zijn.’ Je kunt niet stoppen, je moet door.”

Die mindset is iets wat doorwerkt op andere gebieden van het leven, merken de roeisters. Ook dan geven ze het minder snel op als er tegenslagen zijn. In het roeiteam doe je het met elkaar; je vangt elkaar op als het even niet gaat. Niemand stapt uit of blijft onderweg achter. “Als je eventjes een riem omhoog moet houden, dan roeit de ander door. Dat maakt je na jaren intensief trainen wel een team,” aldus een van de roeisters.

Tot slot mag ik zelf nog een rondje meevaren in de sloep. Vanuit het puntje kijk ik achterop acht sterke ruggen. De roeisters roeien precies op het tempo dat de stuurvrouw aangeeft. We schieten als een speer door het water; wat een power en teamwork. Vanaf bootjes wordt gezwaaid, maar niemand heeft tijd om terug te zwaaien: de focus ligt op de riemen. Nadat ik ben afgezet, gaan ze meteen door. Er moet immers nog worden getraind voor de wedstrijd van zaterdag. 

Tekst en beeld: Hannah Zandbergen