Face to Face: Maurice Tax ‘De wereld een beetje beter maken’

grootheerenveen
Afbeelding

Maurice Tax, uitvinder, techneut, ondernemer, technisch officier bij de luchtmacht, echtgenoot en vader, woont in Heerenveen. In zijn werk doet Maurice wat hij als kind al graag deed. “Ik word getriggerd door frustraties van anderen en kijk of ik iets kan ontwikkelen om hun probleem te verhelpen.” We laten in deze Face to Face Maurice Tax zélf aan het woord.

“Als kind klaagden mijn ouders altijd dat de katten van de buren bij ons in de tuin hun behoefte deden. Toen heb ik met Meccano (montagespeelgoed, red.) een raketinstallatie met kleine vuurpijlen gebouwd. Die zette ik achter in de tuin, ik detecteerde waar een kat de tuin inkwam; dan draaide die hele installatie en schoot ik een vuurpijl af. De cat catcher was mijn eerste uitvinding. Ik heb er trouwens nooit een kat mee geraakt. Op een gegeven moment bleef de vuurpijl steken en vloog het hele ding in de fik. Dat was het einde van de cat catcher.”  

Klompen op vliegbasis Leeuwarden

“Ik ben geboren in Voorhout en opgegroeid in Noordwijk aan Zee. Na het VWO wilde ik graag naar de TU Delft, maar ik werd opgeroepen voor militaire dienst. Toen bleek dat een combinatie van dienstplicht en studeren mogelijk was, heb ik me aangemeld bij de KMA (Koninklijke Militaire Academie, red.) in Breda. Ik werd opgeleid tot officier bij de luchtmacht. Inmiddels is tachtig à negentig procent van mijn jaargenoten Defensie uitgestroomd, maar we hebben nog elk jaar een reünie. Op de KMA maak je vrienden voor het leven.

Na de KMA heb ik electrotechniek gestudeerd in Delft. Op eigen verzoek heb ik stage gelopen bij alle luchtmachtbases. Ik houd van ‘ja is ja, en nee is nee’, en daar paste Leeuwarden bij. Al was ik niet direct goede vrienden met mijn chef. De eerste dag zag ik klompen met Friese vlaggen erop staan, en ik vroeg: ‘Welke idioot draagt hier klompen?’ Toen tikte er iemand op mijn schouder, die zei: ‘Deze idioot. Jouw baas loopt op klompen.’ Dat was een slecht begin, maar het is goed gekomen. Bij mijn trouwerij heb ik van hem een paar klompen gekregen.”

‘Nee’ bestaat niet

“Ik maakte snel carrière binnen Defensie, want ik ken geen nee. Als iets onmogelijk leek, zeiden ze: ‘Vraag maar aan Maurice. Die regelt het wel.’ Het onmogelijke mogelijk maken is een rode draad in mijn leven. Ik denk dat dit komt doordat ik al vroeg heb leren vechten. Na mijn geboorte ging ik bijna dood. Ik moest vechten om te overleven. Die vechtlust heb ik nog steeds. Ik was de jongste majoor in de luchtmacht. Ik was nog geen 24 jaar en had tachtig man onder me. Als technisch officier was ik verantwoordelijk voor de operationele inzetbaarheid van F16’s. Ik werd ook geschikt bevonden voor de hoogste rang, die van generaal, maar ik ben voortijdig weggegaan.

Twee redenen: ik ben geen politiek dier. Wat je in de huidige tijd ook ziet is dat de politiek de inzet van militairen bepaalt. Ik vind dat militairen zijn opgeleid voor bepaalde taken en dat we die taak moeten uitvoeren met onze kennis en kunde, en dat we niet overruled moeten worden door de politiek. De tweede reden is dat ik veel van huis was. Op een gegeven moment stuurde mijn vrouw Hijlien me een gehaakt poppetje. Ik snapte niet waarom. Totdat ik me realiseerde: ze is zwanger. Ze heeft een test gedaan, en ik was daar niet bij. Toen brak er iets in mij, en dacht ik: ‘Dit is niet de bedoeling.’ Nog diezelfde dag, vlak voor kerst 2001, heb ik mijn ontslag ingediend.”

Verbijsterd

“Op 1 februari 2002 startte ik in Joure mijn bedrijf Bright Spark (‘heldere vonk’, oftewel ingeving, red.); op 2 februari belde mijn vader. Hij woonde in Spanje en vertelde dat hij zich niet lekker voelde. Hij bleek ziek en in de drie maanden die volgden was ik veel bij hem, totdat hij overleed. Daar heb ik geleerd dat mensen ook echt slecht kunnen zijn. Mijn ouders waren gescheiden en op het sterfbed van mijn vader was er een vrouw in zijn buurt die hem een papier liet ondertekenen waardoor zij alles erfde. Alles wat hij had opgebouwd ging naar haar. Ik was te flabbergasted om te reageren. Het idiote was dat ik zelfs voor mijn speelgoed moest betalen, want dat lag nog in het huis van mijn vader. Vanaf dat moment dacht ik: ‘Geld is voor mij niet belangrijk. Je hebt het nodig om te leven, maar het zegt mij helemaal niks meer.’ Achteraf bleek dat mijn vader haar tweede slachtoffer was.”

Ansichtkaart cd

“Ondertussen moest ik geld verdienen. Op korte termijn moest ik iets verkopen. En op lange termijn wilde ik iets uitvinden waarmee ik de wereld een beetje beter kon maken. Als cash flow generator bedacht ik een ansichtkaart cd. Een cd met muziek en een fotoreeks van Friesland, die toeristen konden kopen. Op een gegeven moment vertelde ik enthousiast aan Hijlien dat ik weer een doos had verkocht. ‘Ik heb een tientje verdiend’, hoorde ik mezelf zeggen en realiseerde me dat het anders moest. Vervolgens heb ik vol gas gegeven op een product dat gericht is op het veilig maken van water. Ik ging de waterindustrie in.”

Elektrolyse

“Ik heb een techniek ontwikkeld, waarmee je door middel van elektrolyse (met elektroden stuur je stroom door water, red.) van vies water drinkbaar water maakt. Schoon drinkwater is het eerste dat mensen nodig hebben, na bijvoorbeeld een tsunami. In 2004 heb ik mijn eerste deal met de Verenigde Naties gesloten. Daarmee kreeg ik naamsbekendheid, maar ik wilde geen geld verdienen aan mensen in nood. Vervolgens heb ik andere toepassingen bedacht. In Friesland hebben veel mensen een boot met een watertank. De tank wordt warm, er komen bacteriën en algen in. Ik heb een apparaatje ontworpen, dat je in de tank hangt en met een druk op de knop krijg je schoon water. Dat was een succes en mijn uitvinding ging van privé jachtjes en zeilboten naar de grote vaart en naar alle cruiseschepen van Disney Cruise Line. Na de legionella-uitbraak in Bovenkarspel vroeg de overheid of ik met mijn techniek iets tegen legionella kon doen. Dat kon ik, en zo ben ik in de drinkwatersector van de overheid terecht gekomen. Ook heb ik met technisch onderzoeksinstituut Wetsus in Leeuwarden een technologie ontwikkeld die PFAS afbreekt. Ik vind het milieu heel belangrijk en daarom frustreert het mij enorm dat politici van mijn techniek op de hoogte zijn, maar dat ze er nog steeds voor kiezen om PFAS te laten verbranden.”

Vrijheid

“Voor mijn vijftigste wilde ik financieel onafhankelijk zijn. Ik houd niet van herhaling, dus mijn businessmodel moest gericht zijn op elke keer iets nieuws uitvinden, daar patent op aanvragen en dat verkopen. Op 6 april 2017 heb ik een grote klapper gemaakt. Ik heb een kwart van mijn bedrijf verkocht aan Lonza, een Zwitserse farmaceut. Daarmee was ik voor mijn vijftigste klaar. Nu kan ik doen wat ik leuk vind.

Mijn grote droom was zelf vliegen. Ik heb vliegles genomen, alle brevetten gehaald en een vliegtuigje gekocht, een Diamond DA40 TDI, die in een hangar stof aan het vangen was. Ik heb hem compleet gestript en zelf weer opgebouwd. Inmiddels heb ik een ander vliegtuig, de allereerste Diamond DA50 RG, een vijf zitter. Onlangs ben ik ermee naar Zwitserland gevlogen om mijn moeder die daar woont, te bezoeken. Vliegen betekent voor mij vrijheid. Je kunt de wereld van bovenaf bekijken, zonder dat iemand je stoort. Dat is het mooiste dat er is. Ik doe het drie, vier keer per week. Zakelijk, en voor goede doelen. Om mensen te helpen geef ik liever kennis, capaciteit, of het plezier van een rondvlucht, dan geld.”

Zelfvertrouwen

“Aan mijn kinderen, Ruben is 24 en Sabine is 21, heb ik meegegeven dat ze niet bang moeten zijn. Heb vertrouwen in jezelf. Leef, en durf. Zoek het avontuur op. Ik heb er moeite mee als mensen niet zelfverzekerd zijn. Er is een reden voor onzekerheid, en dat vind ik jammer. Als je mensen kunt helpen om zelfverzekerd te zijn, zie je hen opbloeien. Dat geldt ook in mijn bedrijf. Er werken allemaal techneuten, aparte gasten, maar als je hen vrijheid en vertrouwen geeft, bloeien ze op. Het zijn allemaal toppers. En of ze nu één jaar of tien jaar bij me werken, als ze er maar beter uitgaan, dan ze binnenkwamen. Dat vind ik het allerleukste.”

 Tekst: Lutske Bonsma | Foto’s: Mustafa Gumussu