Zeeman David Roele: “Niet weten wanneer je naar huis kunt, dat is zo irritant”

Algemeen
Afbeelding

HEERENVEEN - In januari vertrok zeeman David Roele van huis. Normaal gesproken zou hij na acht weken weer thuis zijn, maar de uitbraak van het coronavirus gooide roet in het eten. 

Wekenlang verkeerde de bemanning van het schip in onzekerheid. Ze konden niet naar hun vaderland terugkeren. “Niet weten wanneer je naar huis kunt, dat is zo irritant”, zegt Roele. “Dat je niet weet waar je aan toe bent! Twee weken geleden mocht ik naar huis. En hier trof ik een totaal andere wereld aan.”

David Roele is werkzaam als eerste machinist op een schip dat vaart tussen Engeland en Ierland. Vanaf zijn negentiende jaar is hij al op zee. Vaak was hij lange tijd van huis en voer hij over de hele wereld. Inmiddels heeft hij Abraham gezien en werkt hij voor zijn huidige opdrachtgever perioden van acht weken. Na acht weken varen is hij acht weken thuis.

Noodgedwongen

“De scheepvaart heeft meer last van deze crisis dan menigeen in de gaten heeft”, begint David Roele zijn verhaal. “Hoe mensen persoonlijk worden getroffen, hangt samen met het land van herkomst. Mijn buitenlandse collega’s uit Rusland en de Filipijnen bijvoorbeeld kunnen helemaal niet naar huis omdat de grenzen van hun vaderland gesloten zijn. Zij moeten wel doorwerken. Mensen die eind februari of begin maart naar huis zouden gaan, hadden de grootste pech. Ach, langer op het schip blijven is goed te doen. Maar als je niet weet voor hoe lang, is dat echt niet leuk. Die onzekerheid wordt zelfs irritant op een bepaald moment, want je kunt niet naar een datum toeleven.

Daar staat tegenover dat andere collega’s juist niet naar het schip kunnen komen om te werken omdat ze noodgedwongen in hun land moeten blijven. Deze jongens hebben helemaal geen inkomen op dit moment omdat de contracten die zij aangaan per reis worden afgesloten. Ook zij bevinden zich in een hele vervelende situatie.”

Coronataxi

“Wij werken gelukkig onder Nederlandse voorwaarden. En wij hebben een goede baas, die het toestond dat wij afgelost konden worden. Want dat is in deze tijd lastig en kostbaar. Ik werd opgehaald door een ‘coronataxi’. Het was een busje waarin we twee meter afstand moesten houden van de chauffeur. Onze koffer moest achterin. Zo ging ik van Liverpool naar Londen Heathrow en van daaruit verder naar Nederland. Om in Engeland te komen ging mijn Poolse collega zelfs met een taxi naar Berlijn, vloog naar Heathrow en ging vanaf daar helemaal met een taxi naar Liverpool. En je kunt niet in een hotel verblijven. Reizen in deze tijd is moeilijk.”

“Je kunt niets doen”

Met de huidige communicatiemiddelen zijn de zeelieden aan boord wel goed op de hoogte van het laatste nieuws in hun thuisland. “Dat klopt”, beaamt Roele. “Dat is tegenwoordig totaal anders dan in mijn beginperiode op zee. In de tijd voor de mobiele telefoon had ik weinig contact met thuis. Dat ging vaak via de post en één keer in de week belde ik om te horen wat er in de week daarvoor allemaal was gebeurd. Nu ben ik meteen van de thuissituatie op de hoogte. Dat is niet altijd fijn, vooral als er zaken spelen, waarbij er iets aan de hand is en je graag wilt helpen. Als je op zee bent, kun je niets. Ook de afgelopen tijd waren we goed op de hoogte van de laatste berichten. Je ziet steeds meer landen op slot gaan, maar je kunt niets doen.

Als je veel op zee bent, leer je vertrouwen te hebben. Vertrouwen in het materiaal, het schip en de machines. Stormen leer je letterlijk doorstaan. Natuurlijk met respect voor het water, want dat kan alles vernietigen. Deze crisistijd is toch anders. Dat onzekere aspect, niet weten hoe lang het gaat duren en niet weten wat de effecten zijn op de samenleving, dat is het grote verschil.”

Vrijwillige brandweer

Inmiddels is David Roele weer in Heerenveen bij zijn gezin. Tijdens de weken aan de vaste wal zit hij niet stil. Behulpzaam, eigengereid en altijd in de weer. Met deze drie steekwoorden typeert de zeeman zichzelf. Hij is getrouwd en vader van een zoon en een dochter. Naast de taken die het gezin met zich meebrengt, maakt hij in de weken dat hij niet vaart deel uit van de vrijwillige brandweer.

“Als ik thuiskom gaat de pieper aan. Ook hier werken we met andere regels. De bevelvoerder en de chauffeur zitten voorin en er mogen maximaal vier brandweerlieden met hen mee. We leven in een tijd met een grote onzekere factor, waarin je moet blijven kijken naar wat er mogelijk is, in het vertrouwen dat ook deze storm voorbij gaat.”

Door Gea de Jong-Oud

Afbeelding