Vereniging schaapskudden uit haar zorgen over oprukkende wolf

Algemeen
Doodgebeten schaap bij Oudehorne - Foto: IJntze en Iska Kuperus
Doodgebeten schaap bij Oudehorne - Foto: IJntze en Iska Kuperus

OUDEHORNE - De landelijke vereniging Gescheperde Schaapskudden Nederland maakt zich zorgen over de oprukkende wolf in Nederland. Uit Fryslân komen meerdere meldingen over doodgebeten schapen. De eigenaren beschouwen de wolf als dader.

Schapenhouders maken zich grote zorgen over de wolf. Ook in Fryslân lijkt het roofdier met een opmars bezig: de laatste weken komen er meldingen over doodgebeten schapen vanuit Oudehorne, Wijnjewoude, Oldeholtpade, Ter Idzard en Terwispel. De wolf wordt door de eigenaren van de schapen als dader beschouwd. De landelijke Vereniging Gescheperde Schaapskudden Nederland luidt de noodklok en heeft een brandbrief geschreven.

‘Drie schapen dood, man overstuur’

In november gaan de schaapskudden voor de winter weer open weidegebied in bij boeren, vertelt Diederik Sleurink van Wilde Weide in Gersloot. Hij doet met schapen aan landschapsbeheer en is lid van de vereniging. In het open veld zijn de dieren erg kwetsbaar, want ‘er zwerft weer iets rond in Fryslân’. Bij een kennis van Sleurink in Oldeholtpade heeft een wolf huisgehouden in de schapen. Drie dieren dood en de man helemaal overstuur over wat hij aangetroffen heeft en hoe het nu verder moet.

Flexibele netrasters met stroomdraad

De schapenhouders nemen zelf ook maatregelen: tot nu toe is het voor de weilanden afdoende de toegang op de damaf te zetten. Als je echt veiligheid wilt, moet je de schapen met zogenoemde ‘flexinetten’ omringen. Die zijn 50 meter bij 90 centimeter groot. Ze worden in de stad ook wel eens gebruikt als schapen moeten passeren. In die flexinetten is stroomdraad verwerkt. Als dat goed aansluit op de grond, biedt het in eerste instantie een goede bescherming tegen een aanval van een wolf, zo heeft Sleurink vernomen. Hij heeft er zelfs nog geen ervaring mee.

Tien kudden van 80 tot 150 schapen zouden helemaal omrasterd moeten worden. Dat kost een week lang een halve mankracht meer en die kosten worden niet vergoed.

‘Leven met wolf is niet zo gemakkelijk’

Ecologen vertellen in de publiciteit vaak dat leven met een wolf best wel mogelijk is, vervolgt Sleurink. Schapenhouders zouden de hekken gewoon wat moeten aanpassen. In Duitsland en Zweden zou het zo ook prima gaan. ‘We volgen dit op de voet en het gaat helemaal niet zo goed’, zegt Sleurink. Zo gemakkelijk is het niet.

Dan is er ook nog iets anders: Op de Veluwe werkt men met hogere wolvennetten. Dan heb je materiaal dat twee keer zo zwaar is. ‘Arbotechisch is dat een ramp’, zegt de schapenhouder.

‘Een schaap pakken betekent au’

Sleurink vindt dat er gauw een regeling moet komen voor de extra arbeid die met de bescherming tegen de wolf gemoeid is. Verder moeten er ook op korte termijn stroomrasterhekken komen, zodat wolven weten: een schaap pakken betekent au. Wolven leren snel. Het huidige beleid van de provincies werkt niet. Ze nemen pas maatregelen als de wolf zich daar gevestigd heeft. Sleurink: ‘Voordat het zover is, heb je dus jarenlang last van rondzwervende wolven. Als je wolven iets wilt leren, dan hadden die rasters er nu al moeten staan in Fryslân.