Update plannen Tsjûkemar: ‘Het blijft een ontdekkingstocht’

Algemeen

DELFSTRAHUIZEN - Rijd je via de A6 Fryslân binnen, dan kun je het al snel zien liggen: het water van de Tsjûkemar. Om daar en in het omliggende gebied te zorgen voor meer recreatie en leefbaarheid, stelde de Club van Aanjagers in 2016 een uitvoeringsplan op. Hoe staat het er inmiddels voor?

Het doel van deze Club, opgericht door inwoners, ondernemers en dorpsbelangen uit de regio, is om de ‘kracht van de Tsjûkemar’ zoveel mogelijk te benutten. Het meer heeft namelijk veel potentie: het is het grootste binnenwater van Fryslân, ligt relatief dicht bij de Randstad en is goed toegankelijk voor recreanten. “Wij willen van de Tsjûkemar een gastvrije bestemming maken, in plaats van het doorvaartmeer dat het nu vooral is”, aldus Frans Heesen, eigenaar van hotel-restaurant Tjongervallei in Delfstrahuizen en voorzitter van de Club van Aanjagers. “Zowel bezoekers als inwoners en ondernemers van het gebied hebben daar profijt van.”

Regie blijft bij de Club

Na een hoop ideeën en voorstellen uit de regio te hebben verzameld, lag er in 2016 een uitvoeringsplan. Ook ging de Club van Aanjagers in gesprek met de gemeente en de provincie. Afgesproken werd dat beide overheden een faciliterende rol spelen bij de ontwikkeling van het gebied; de regie blijft in handen van de Club. Begin 2018 tekenden de drie partijen samen met Wetterskip Fryslân en Recreatieschap Marrekrite een intentieovereenkomst. Daarmee spraken zij af dat 2019 in het teken zou staan van het voorbereiden van grotere projecten en het oogsten van het eerste ‘laaghangende fruit’. Bij dit laatste gaat het om plannen die relatief snel en makkelijk zijn uit te voeren. De gemeente en de provincie stelden daarvoor elk 400.000 euro beschikbaar.

Survival, zwemmen en hengelen

Een van die eerste ‘vruchten’ is de nieuwe survivalbaan in Oosterzee. Het initiatief voor deze baan ontstond in het dorp en werd al snel opgenomen binnen de plannen van de Club van Aanjagers. Afgelopen september ging de survivalbaan open. “De belangstelling was meteen groot”, vertelt Guus Verhoef, lid van de werkgroep Oosterzee. “Het aantal bezoekers in het eerste half jaar overtrof onze verwachtingen.” Daarnaast vinden bij de Headammen werkzaamheden plaats om deze locatie aantrekkelijker te maken voor waterrecreatie en hengelsport. Naar verwachting zijn die in de loop van 2020 afgerond. In Delfstrahuizen wordt een strook aan het water omgezet in een strand, met ernaast aanlegplaatsen voor boten. Heesen: “Dit is een plan dat helemaal van het dorp zelf is: bedacht én uitgevoerd door inwoners. Daar mogen zij trots op zijn.”

Routes rond het meer

Diverse andere initiatieven richten zich op een groter gebied rondom de Tsjûkemar. Zo komt er een fiets- en wandelpadennetwerk dicht langs het meer. “Dit was een van de eerste verzoeken uit de omgeving”, zegt Heesen. “Maar het is ook een van de moeilijkste projecten om uit te voeren. Denk aan al die grondeigenaren waar je mee te maken hebt.” Aanvullend op dit netwerk is er het plan voor een culturele route rond het meer, met ‘panoramaplekken’, kunstobjecten en informatie over de cultuurhistorie. Na een uitvraag bij kunstenaars zijn de ontwerpen voor de objecten inmiddels gekozen. Zodra het kan, krijgen die een plek in het gebied. Ook voor het gebiedsonderwijs zijn stappen gezet. Met de scholen aan de zuidkant is de Club van Aanjagers begonnen om gebiedsgerichte leerlijnen op te zetten. Later volgen de scholen aan de noordkant.

Geduld nodig

Voor andere initiatieven zijn of worden voorbereidingen getroffen, zodat die – zodra het mogelijk is – direct uit te voeren zijn. “Veel projecten vragen om geduld”, legt Verhoef uit. “Denk aan de tijd die het kost om plannen af te stemmen, financiering rond te krijgen of vergunningen aan te vragen. Wij hebben met verschillende overheden te maken en die hebben allemaal hun eigen processen.” Heesen vult aan: “Tel daar nog bij op dat we afhankelijk zijn van vrijwilligers én dat het coronavirus nu flink roet in het eten gooit. Het blijft een ontdekkingstocht, zowel voor ons als voor de betrokken overheden. Onze plannen vereisen flexibiliteit die niet in beleidstukken past. Dat vraagt van alle partijen lef.”

Tsjûkemarplan uitgelicht: Waardevol werk van boeren 

Voedsel in huis halen is hier voor de meesten heel eenvoudig: je gaat gewoon naar de supermarkt. Maar de producten die wij daar kopen, komen er natuurlijk niet vanzelf. Hoe dat wél werkt, is iets waar agrariër Jan Holtrop en de rest van de werkgroep Buorkjen mei Wearde mensen meer bewust van willen maken.

Hoe is de werkgroep ontstaan?

“Het onderhoud van het gebied rondom de Tsjûkemar is voor een groot deel de verantwoordelijkheid van boeren. Afgelopen september ging de Club van Aanjagers met een aantal van ons om de tafel om na te denken over hoe wij het voortbestaan van onze bedrijven zeker kunnen stellen. Er zijn namelijk factoren die dat voortbestaan bedreigen. Met de werkgroep Buorkjen mei Weardewillen we die bedreigingen tegengaan. Momenteel bestaat de werkgroep uit twee leden van de Club van Aanjagers en vier agrariërs uit het gebied ten zuidoosten van het meer. We hopen er later ook boeren uit de rest van de regio bij te betrekken.”

Welke bedreigingen zijn dat?

“Hoe mensen naar boeren kijken, is vaak beïnvloed door negatieve berichten vanuit de media of organisaties als Wakker Dier. Dat geeft een eenzijdig beeld. Daarnaast merken ze wel de overlast die ons werk met zich meebrengt – zoals lawaai, stank en groot materiaal op de weg – maar is niet iedereen zich bewust van wat de landbouw voor de samenleving betekent. Het gaat daarbij niet alleen om al die voedingsmiddelen die zonder boeren niet in de winkels zouden liggen. Denk bijvoorbeeld ook aan de inrichting van het landschap, het maaien van bermen en het hekkelen van sloten. Als mensen ons werk niet op waarde schatten, met alle eisen waaraan we moeten voldoen, geldt dat ook voor onze producten en dat heeft financiële gevolgen voor ons.” 

Hoe pakken jullie het aan?

“Het eerste wat wij doen, is dit voorjaar zeventien kilometer aan berm inzaaien met een bloemrijk mengsel. Deze bermen liggen langs een fietsroute in de Echtenerveen- en Follegaasterpolders. De bloemen die uit deze zaden opbloeien, dragen bij aan de biodiversiteit én de beleving van het gebied voor recreanten. Langs de route plaatsen we borden om mensen te informeren over waarom de bloemen zijn geplant en waar de zaden vandaan komen. Verder zetten boeren in de regio hun deuren open voor bezoekers, om te laten zien hoe het er aan toe gaat bij een boerenbedrijf. Later volgen andere initiatieven; die zijn we nog aan het vormgeven met de werkgroep.”