Heilssoldaat Joop: “Gods wegen zijn ondoorgrondelijk”

Algemeen
Foto: Laura Keizer fotografie
Foto: Laura Keizer fotografie

HEERENVEEN - Het wordt Kerst en daar hoort sinds jaar en dag ook de Heilssoldaat van het Leger des Heils bij, die in de cafés collecteert.

Collecteren, dat doet Heilssoldaat Joop wellicht in andere periodes ook, maar met Kerst is hij wat zichtbaarder, zo lijkt het wel. Misschien komt dat wel, omdat we zélf wat medemenselijker zijn in december. We zoeken elkaar juist dán op, ook in restaurants en cafés, als het even kan. “Ik kom ook op de Jouster Merke, hoor”, zegt Joop. “Ik heb vroeger ook wel in Leeuwarden, Harlingen en Franeker gecollecteerd, maar tegenwoordig zijn mijn plaatsen hoofdzakelijk Sneek en Heerenveen.”

Voor dit interview ontmoeten we Joop begin december in Sneek. “Gods wegen zijn ondoorgrondelijk”, zegt de Heilssoldaat als hij ons vertelt over wat hij zoal meemaakt als hij op straat of bij de terrassen en de cafés collecteert. Helaas kan dat laatste nu niet wegens het coronavirus, en dat nu júíst voor Kerstmis.

Joop zet zich al 46 jaar in voor het Leger. En niet alleen dat, Joop is ook nog een keer vrijwilliger bij Stichting Vluchtelingenwerk. “Ik heb vaak een dubbele pet op”, zegt hij lachend. Een ontmoeting met Johannes (Joop) Nijp (71), een man, ‘gered om te redden’.

Heilssoldaat Joop

Al is de horeca al een hele tijd gesloten wegens corona, de jaarlijkse collecteweek van het Leger des Heils in november ging er wel om door. Joop heeft net de collecteweek in het centrum van Sneek gehad. “Ik heb vier en een halve dag meegelopen. En weet je wat zo mooi is? Dat geld blíjft ook in Sneek en is volledig bedoeld om de hulpbehoevenden in de stad deze Kerst te kunnen helpen. In plaats van kerstpakketten delen we ditmaal voedselbonnen uit, ter waarde van € 27,50. Mag ik noemen waar die bonnen ingeleverd kunnen worden, of is dat reclame?” Het mag van ons, want de kerstgedachte is belangrijker dan reclame. “De Poiesz Sneek werkt hieraan mee, de ontvangers van de voedselbonnen kunnen hier hun bonnen inwisselen voor voedsel.”

Mochten er dit jaar wegens het coronavirus minder broeders en zusters van het Leger met de collectebus en de Strijdkreet langs de terrassen in Sneek en Heerenveen zijn gegaan, zo niet Joop. Die is er bijna altijd. Hij is er 46 jaar geleden mee begonnen. Vanuit het geloof...? “Nou eh… nee, eigenlijk vanuit de kroeg!”, is het verrassende antwoord.

Een biertje op de Lange Pijp

Het zal omstreeks 1970 zijn als Joop Nijp, dan een jaar of twintig, een biertje zit te drinken in een kroeg in het centrum van Leeuwarden. Hij hoort muziek en loopt met zijn biertje in de hand naar buiten, De muziek komt van de Lange Pijp. Daar blijkt het Leger des Heils een openluchtconcert te geven.
Joop: “Daar werd ook het Bijbelverhaal van de verloren zoon verteld. Ik stond met mijn glaasje bier in de hand wat naar dat Bijbelverhaal te luisteren, toen die Heilssoldaat het verhaal ineens halverwege afbrak en zei: ‘Als je wilt weten hoe het verhaal afloopt, moet je maar naar de avonddienst komen.’ Wie nieuwsgierig was geworden werd uitgenodigd om mee te gaan naar de avonddienst. Ik er achter aan met het biertje nog in de hand. Er stond iemand bij de deur en die zei tegen mij: ‘Jij mag er wel in, maar díé moet buiten blijven’, wijzend naar het biertje. Ik zeg: ‘Ja, en dan drink jíj hem zo meteen op, zeker!?’ Maar ik ging wél naar binnen en ik heb die avond geluisterd naar de rest van het verhaal. Toen kwam er een broeder op me af en die vroeg mij of het niet tijd werd dat ik daar aan die zondaarsbank moest neerknielen. Het was heel bijzonder die avond en ja, ik ben, toen ik een arm op mijn schouders voelde, neergeknield en ik heb mijn leven daar overgegeven en toegewijd aan Gods Zoon Jezus. Dat was het begin van mijn bekering. Dat is nu 51 jaar geleden.” Vijf jaar later, op zijn 25e, is Joop zélf Heilssoldaat.

Christelijke principes

De zondaarsbank waaraan diegenen plaatsnemen die ‘gered’ zullen worden behoort inmiddels al lang tot de geschiedenis van het Leger des Heils, maar het Leger werkt wél vanuit het christelijk geloof; het brengen van het evangelie is het uiteindelijke doel, buiten de traditionele kerken om. Maar wie dakloos is of verslaafd; wie geen eten heeft, maar wel honger, kortom wie nooddruftig is, heeft weinig boodschap aan een evangelist op dat moment, zo weten de Heilssoldaten. Eerst moet er worden geholpen; moet de nood worden gelenigd. Vanuit deze christelijke principes transformeerde de Engelse predikant William Booth zijn in 1865 opgerichte ‘Christian Mission’ in 1878 in de ‘Salvation Army’, het Leger des Heils, met de letter S van Salvation (Redding) prominent aan beide kanten van de kraag op het uniform.

Joop: “Twee keer de S. Ik ben gered om te redden. Maar ik kan zelf geen mensen redden. Ik kan alleen een ander over het geloof vertellen. En dát kan mensen redden. Wij zijn de handen en voeten van Jezus hier op aarde. Het Leger des Heils is naast de grootste maatschappelijke hulporganisatie ter wereld – we zijn actief in 130 landen – ook een kerk. In Friesland hebben we een Leger des Heils korps, en dus een kerk, in Leeuwarden, Harlingen en Sneek. We hebben hier zelfs bijbels in het Russisch en in het Hebreeuws. Ik coördineer zelf de Arabische diensten voor asielzoekers, al versta ik daar geen woord van.”

Bij Bosshardt

Het Leger des Heils heeft – naast het feit dat de gebouwen van het korps als kerk worden gebruikt op zondag, ook zogeheten ‘Huiskamers voor de buurt’. Deze Huiskamers, ‘Bij Bosshardt’ genoemd (inderdaad, vernoemd naar de beroemde Majoor Bosshardt) zijn op verschillende plekken te vinden, ook buiten de drie korpsen in Friesland om. Zo is er ook een ‘Bij Bosshardt’ in Joure, om maar wat te noemen. Door de week bieden de Huiskamers een plek waar iedereen mag komen om een kop koffie te drinken, een praatje te maken of een krantje te lezen. In Sneek is er daarnaast ook nog een tweedehandskledingwinkel in het pand.

“We vinden het belangrijk dat mensen elkaar kunnen ontmoeten en dat we naar elkaar omkijken in de buurt waar we zijn. Op deze manier dragen we bij aan verbinding in de buurt en worden er activiteiten georganiseerd die bijdragen aan het welzijn van de mensen. Ieder mens verdient het om gezien en gehoord te worden!”, vult Bregtje de Weert, communicatieadviseur bij het Leger de Heils, de woorden van Joop nog even aan. Bregtje heeft gehoord, dat we Joop aan het interviewen zijn, en benadrukt dat het Leger des Heils anno 2020 niet meer lijkt op de begintijd, toen Joop nog aan de zondaarsbank moest knielen. “We zijn aan het zoeken naar nieuwe manieren van ‘kerk zijn’. Bijdragen aan een wereld die Gods liefde laat zien, blijkt ook te kunnen door sporten, dansen, knutselen of het uitdelen van chocomel, bijvoorbeeld!”

Langs de terrassen

Joop heeft niet alleen direct contact met mensen die de Leger des Heils kerk of de Huiskamer bezoeken. “Ook in de kroegen en op de terrassen kan het gebeuren, dat je zomaar in gesprek komt over het evangelie. Dat is het mooiste, natuurlijk”, vindt Joop. “Als er dan gezegd wordt: ‘Ga even zitten en neem wat te drinken.’ En dan geen alcohol uiteraard, want dat mag niet als Heilssoldaat. Het kan dan gebeuren dat je een heel diep gesprek hebt over het geloof. Zo kwam ik ooit met iemand in gesprek wiens moeder uit het leven was gestapt en die mocht toen niet in gewijde grond worden begraven. Ik vind dat zó onzinnig. God heeft de hele aarde geschapen en niet alleen maar kleine stukjes gewijde aarde.

Je krijgt ook wel negatieve reacties vanaf de terrassen, hoor. Ik hoor heel vaak een woord wat ik niet uit kan spreken of een ‘nee, daar begin ik niet aan’, maar daar reageren we nooit op. We blijven vriendelijk.” In Heerenveen mogen de Heilssoldaten collecteren op de Oude Koemarkt, in de kleine cafeetjes. Joop is er geen onbekende langs de terrassen. “Ik heb op de Oude Koemarkt een keer een politieagent gesproken, die zei: ‘Zal ik je eens wat zeggen? Ze hebben meer respect voor jóúw uniform dan dat van mij’.” Joop moet er hartelijk om lachen.

Herkend op straat

Als zeg maar ‘de straat’ een groot deel van je werkterrein is, dan wordt je herkend op straat, dat kan niet anders. Maar dat iemand je in tien jaar niet heeft gezien, en dan op straat tegen je zegt: “Bent u toevallig de meneer die ook wel bij de Hema stond in Franeker?” “Ja,” had Joop verbaasd gereageerd, “maar dat was tien jaar geleden.” Het overkomt Joop enkele maanden geleden. “Die vrouw was van mening, dat ze maar een einde aan haar leven moest maken,” vertelt hij. “Iemand in haar directe omgeving had een verkeerde invloed op haar. Toen hebben we een heel lang gesprek gehad. We hebben daarna met elkaar gebeld en ik vroeg: ‘Wat zou je ervan zeggen, als we samen via de telefoon bidden?’ Dat heb ik toen samen met haar gedaan en de dagen daarna nóg een keer en nóg een keer. Ik heb haar geadviseerd om te breken met die persoon. Dat heeft ze gelukkig gedaan en nu gaat het goed.” Joop denkt even na. “Gods wegen zijn ondoorgrondelijk”, zegt hij dan.

Zuid-Holland

Hoe ondoorgrondelijk die wegen zijn weet Joop Nijp ook uit eigen ervaring. “Toen ik trouwde, verhuisde ik van Leeuwarden naar Franeker.” Wat het Leger betreft, hoort Franeker bij het korps Harlingen, vandaar dat Heilssoldaat Joop in die jaren een veel gezien man is in het winkelcentrum van Franeker en Harlingen. Joops huwelijk strandt echter en hij verhuist naar Zuid-Holland, om er daar weer een beetje bij op te krabbelen. Dat lukt niet echt. “Je komt er daar niet tussen. Ze zeggen van de Friezen dat die stug zijn, maar de mensen daar zijn heel wat stugger.”

Vluchtelingenwerk

Eenmaal terug in Friesland wordt Joop, naast Heilssoldaat, in Sneek óók vrijwilliger bij Stichting Vluchtelingenwerk. Dat doet hij ook alweer zo’n 24 jaar. “Ik heb twee petten op. Dat is wel makkelijk, want bij beide organisaties kan ik soms één en hetzelfde gezin of één en dezelfde persoon helpen. Laatst heb nog een man naar een daklozenopvanglocatie van stichting Zienn gebracht, en vandaaruit naar de dagopvang van het Leger des Heils aan de Tuinen in Leeuwarden, waar hij een postadres kreeg, zodat hij bij de gemeente Leeuwarden een daklozenuitkering kon aanvragen. Ik ben er voor de mensen.”

Wil Joop aan het einde van dit december-onderhoud nog wat kwijt aan de mensen in Sneek en Heerenveen? Per slot van rekening kan hij deze Kerst de mensen niet opzoeken op de terrassen en in de cafés… “Ik hoop dat de mensen de ware kerstgedachte weer leren kennen”, zegt hij. “Die ware kerstgedachte wordt nogal eens vergeten in deze tijd. Ik wens de mensen een héél gezegende Kerst toe.”