Froukje Pool: “’Doe maar gewoon dan doe je gek genoeg’, dat is niet helemaal bij me binnengekomen”

Algemeen
Afbeelding

HEERENVEEN - Stel je voor: plezier maken en leuke dingen doen zijn de belangrijkste dingen in je leven; dingen die je graag deelt met anderen. 

Je richt een clubje op; noemt dat bijvoorbeeld de Blauwe Petjes Club; bepaalt dat leden naast een blauw petje gele kleren aan moeten en 25 jaar later heb je miljoenen volgers, verdeeld over tienduizenden subclubs over de wereld. Onvoorstelbaar, toch? Maar zo is het in 1998 wel gegaan met de Red Hat Society van grondlegger Sue Ellen Cooper uit de Verenigde Staten. Plezier maken, vriendschap en cultuur, daar gaat het om. Niets meer en niets minder. Oh, en natuurlijk bij samenkomsten een rode hoed en paarse kleding. Alleen dames boven de vijftig jaar mogen worden.

Waar anders dan in Amerika, in Californië om precies te zijn, ligt het initiatief, de oorsprong van de Red Hat Society, met afdelingen (‘chapters’) over de hele wereld. Cooper raakte geïnspireerd door een gedicht van Jenny Joseph over een vrouw die als ze later oud is een rode hoed met een paarse jurk gaat dragen en ratelend met haar stok langs de hekwerken in de straten lawaai gaat maken. Klinkt een beetje baldadig. Cooper koopt een rode hoed, geeft die aan een vriendin die vijftig jaar wordt, herhaalt dat bij andere vriendinnen en voilà, je hebt een clubje.

‘Chapter’ ’t Friesche Haagje

Froukje Pool, één van de grote animators van ‘chapter’ - of subclub zoals u wilt  - ’t Friesche Haagje: “25 jaar geleden hadden nog niet alle vrouwen een carrière. Met de kinderen de deur uit werd het tijd voor zichzelf. Om te voorkomen dat ze achter de geraniums kwamen te zitten, zetten ze een rode hoed op, deden ze de verkleeddoos open, werd het kleine meisje in hun wakker en gingen ze buiten spelen. Zo moet je dat een beetje zien. Die vloekende kleuren was ook een verzet tegen de gevestigde orde. We komen weleens in Amsterdam waar ze toch wel wat gewend zijn; allemaal in het paars en met een rode hoed op. En de Friese sjerp, die gaat om als we buiten de provinciegrenzen komen. We krijgen daar vaak vragen; mensen denken algauw dat je een vrijgezellenfeest hebt of dat we een theatergroep zijn. Hilarisch.”

Achttien jaar geleden werd de eerste afdeling in ons land opgericht en chapter ’t Friesche Haagje bestaat veertien jaar. Froukje Pool: “Op Cyprus las ik het handboek van de Red Hat Society en toen dacht ik: ‘Dit gaat over mij’. Op aanraden van mijn man heb ik de club in Heerenveen opgericht.” Froukje legt uit hoe de Society is georganiseerd. “Voorzitters heten queens, het is Amerikaans, hè”, lacht ze. “Queen Aphrodite vond mijn man wel een leuke naam voor mij, maar de naam van de godin van de liefde ging me net wat te ver. Ik heb er Queen Afrodyn van gemaakt.”

Grandioos succes

Elk jaar wordt er in Nederland een Red Hat Convention gehouden. Een paar weken geleden was die in het Abe Lenstrastadion. “Een grandioos succes,” volgens Froukje, “met vierhonderd dames uit heel Nederland. Alles was versierd; er was heel veel entertainment, en een markt met twintig verlichte kramen, waaronder natuurlijk eentje met rode en paarse sierraden, draaiorgels, zestien producten in de goodiebag en ga zo maar door. Er is geen chapter dat zo uitpakt als die van ons. Wij kunnen dat betalen omdat we zoveel sponsors hebben. Dat is écht Heerenveen.

We zijn in Heerenveen met veertig dames, zó’n leuke groep. Nooit gemieter, we gunnen elkaar alles. Het gaat bij ons niet alleen om plezier; als er verdriet is, delen we dat ook. We doen het met elkaar, dat is de kracht. Ik zou wel honderd vrouwen gelukkig willen maken, maar binnen de club zijn ze bang voor groepsvorming en dus hebben we een ledenstop. Veertig is de max. Maar als we een dagje uitgaan, zijn dat er minder hoor. Op onze leeftijd ga je vaak op vakantie; bovendien zijn er ook die nog werken en geen tijd hebben. Als we er écht op uitgaan, bijvoorbeeld naar de landelijke conventie, gaan we altijd met de vrouwenvoetbalbus van sc Heerenveen. Dan nodig ik ook de andere vijf chapters van Friesland uit om met ons mee te gaan. Dat vinden ze fantastisch.”

Op de Solex

“De gemiddelde leeftijd bij ons is 75 jaar. De jongste is 50, de oudste 84 jaar en die ziet er jonger uit dan ik.” Onder de vijftig mág je wel bij de club, maar ben je nog geen ‘red hatter’. “Dan ben je een ‘pink hatter’ en heb je een roze hoed en lavendelblauwe kleren. Een beetje een slap aftreksel”, knipoogt ze.

De dames van ’t Friesche Haagje komen twee keer in de maand bij elkaar. De ene keer is dat een inloop bij restaurant Hof van de Koning met een kop koffie en een glaasje; de andere keer is dat ‘iets cultureels’. Dat kan een bezoek aan het Kazematten Museum zijn; een bridgedrive of een avond naar het Posthuis Theater. Maar het gezelschap is ook een avond naar Yonina geweest voor een buikdansworkshop. En met hetzelfde gemak stappen de dames op de Solex. Er wordt verder ook veel gewandeld en gefietst. Favoriet volgens Froukje Pool is ‘tussen de schuifdeuren’ bij iemand thuis, waar de leden zelf een ‘performance’ doen.

Cachet

Naast voorzitter van chapter ’t Friesche Haagje, is Froukje Pool ook voorzitter van een ondernemersnetwerk voor vrouwen in Heerenveen; zit ze voor de PvdA in de gemeenteraad; is ze de rechterhand van haar man die een communicatietrainingsbureau heeft; bridget ze elke dag op de computer, en - niet meer in clubverband omdat dat te veel tijd kost - golft ze graag. Ze is ze echtgenoot en moeder van drie dochters en zes kleinkinderen. Druk zat. “Als er dan weer een avondje van de Red Hatters is, denk ik wel eens; ‘Jeetje, moet ik de héle mikmak weer aan’. Maar op het moment dat ik me begin aan te kleden, word ik al vrolijk.”

Rode hoed, paarse kleding, een sjerp met pompeblêden, een heus logo waarin deze drie items zijn verwerkt, een adellijke titel, oud-Hollands verwerkt in de naam… is het allemaal niet een beetje over de top? Froukje: “De Oranjes kwamen in Oranjewoud, de adel hoort er bij. Heerenveen wordt het Friese Haagje genoemd. Om ons te onderscheiden heb ik dat met ‘sch’ gedaan, ook om het meer cachet te geven. Natuurlijk is het allemaal wat veel. Maar dat hoort er bij. Het is een spel.” Lachend besluit ze: “Mijn moeder zei altijd: ‘Doe maar gewoon, dan doe je gek genoeg.’ Dat is niet helemaal bij me binnen gekomen.”

Door: Richard de Jonge